Een leerkracht basisonderwijs is zes weken ziek thuis. De leraar heeft aan de directeur aangegeven dat hij hulp nodig heeft. Hij heeft zelf besloten even thuis te blijven, een pauze in te lassen, om te voorkomen dat hij ziek wordt. De directeur weet niet goed welke hulp te bieden. Er zijn verschillende stroeve contactmomenten geweest, maar eigenlijk is het nog niet tot een echt gesprek gekomen. Op een of andere manier lukt dit niet.
De directeur stelt voor een mediator in te schakelen om een goed gesprek tussen beiden op gang te brengen.
De mediator zorgt ervoor dat directeur en leerkracht hun verhaal kunnen doen. Zij horen nu voor het eerst van elkaar wat hen bezig houdt en krijgen meer inzicht in elkaar en de situatie. Ook wordt duidelijk wat beiden nodig hebben en verwachten. Na drie gesprekken van anderhalf uur hebben leerkracht en directeur een basis gelegd voor een goede voortgang. Zij maken nieuwe afspraken en hebben een goed gevoel over hun hernieuwde communicatie en samenwerking. De leerkracht gaat weer aan het werk en krijgt de ondersteuning waar hij behoefte aan heeft. De directeur heeft het gevoel werkelijk contact te hebben met zijn medewerker en weet wat hij kan doen om deze medewerker weer goed op de rit te krijgen.